• Home
  • $
  • Nieuws
  • $
  • ‘Wij weten wat nodig is om vuilniswagens met een positief resultaat te bouwen’

‘Wij weten wat nodig is om vuilniswagens met een positief resultaat te bouwen’

Dit artikel is gepubliceerd in het februari nummer van vakblad Afval! 

Na de overname van het failliete Geesinknorba heeft 2024 voor Haller Benelux in het teken gestaan van het opstarten van de productie en de assemblage van vuilniswagens in Emmeloord. De aantallen lopen inmiddels gestaag op, zodat directeur Johan Dingemans zijn plannen voor 2025 kan ontvouwen. “Van een verhuizing naar Polen is nooit sprake geweest.”

Het is 1 januari 2024, 15.00 uur. De nieuwjaarsfestiviteiten zijn voorbij en Johan Dingemans, directeur van Haller Benelux, staat aan de Betonweg in Emmeloord met de sleutels in zijn hand van ‘zijn’ nieuwe pand. In dit gebouw zat vuilniswagenfabrikant Geesinknorba, die op 22 november 2023 failliet was verklaard. Sindsdien was het kantoor dicht en stond er een hek omheen. Een maand later maakte Zoeller Group, moederbedrijf van Haller Benelux, bekend dat ze vanaf 2024 Geesinknorba overneemt en dat dit laatstgenoemde bedrijf verdergaat onder de vlag van Haller Benelux. “Toen we begonnen, was er alleen een leeg kantoor en een lege fabriek. Verder niets”, vertelt Dingemans. “Gas, water, verlichting, telefonie en internet waren afgesloten. We moesten vanaf ‘nul’ beginnen. Nadat we weer de beschikking hadden over die basale behoeften, hebben we ons gericht op het schoon krijgen van de fabriekshallen. Ons eerste doel was om zo snel mogelijk met de productie van vuilniswagens te beginnen.”

Uitbreiding capaciteit
Het faillissement van Geesinknorba bleek onontkoombaar, nadat een noodzakelijke herstructurering niet goed was doorgevoerd. In de laatste maanden van het bestaan van de vuilniswagenfabrikant waren medewerkers vooral bezig om opdrachten zo veel mogelijk af te ronden en schulden af te betalen. Zelfs voor schoonmaakwerkzaamheden ontbrak het destijds aan geld en personeel. Na het faillissement zijn de constructiemedewerkers weggestuurd, waardoor vuilniswagens niet meer konden warden afgemaakt. De medewerkers van de montageafdeling konden wel blijven doorwerken, voor zover de noodzakelijke onderdelen aanwezig waren.

Zoeller Group liep op Europees niveau al langer tegen de grenzen van haar eigen productiecapaciteit aan en zag het faillissement van Geesinknorba als uitgelezen mogelijkheid om haar capaciteit uit te breiden, vertelt Dingemans. “De fabrieken van onze zusterbedrijven in Duitsland, Frankrijk, Italië en Polen zitten vol. Lange levertijden zijn niet goed om actief op de markt te blijven. Daarnaast zijn de niches waarin Geesinknorba actief was erg interessant voor ons moederbedrijf. Zo beschikken vuilniswagens van Geesinknorba over een specifiek kraakpersmechanisme en produceerden ze multi fractie inzamelvoertuigen om mini­containers met twee en vier compartimenten te legen.”

Overname medewerkers
Vier dagen voordat Zoeller Group de overname van Geesinknorba bekendmaakte, nam de curator contact op met de Duitse industrie­groep om het miljoenenbod op de middelen en het ERP-bestand met vuilniswagenonderdelen te bespreken. “Het ging met name om hoeveel medewerkers we van Geesinknorba wilden overnemen”, vertelt Dingemans. “Voor de curator was werkgelegenheid namelijk belangrijk. 0ns doel voor 2024 was om 250 vuilniswagens te bouwen en daarvoor hadden we 125 medewerkers nodig. We zijn echter gestart met 115 medewerkers, want door de feestdagen konden we niet alle oud-medewerkers van Geesinknorba bereiken. Zij zijn in de loop van januari 2024 bij ons in dienst gekomen. Inmiddels beschikken we over 150 medewerkers.”

Het gerucht dat Zoeller Group de productie vanuit Emmeloord naar haar vestiging in Polen zou willen verhuizen, wijst hij van de hand. “Daar is nooit sprake van geweest. Zoeller Group heeft 12,4 miljoen euro betaald voor de overname. Tel daarbij op dat we bij een verhuizing alle contracten van onze medewerkers zouden moeten afkopen, dat kost ook een paar miljoen euro. Als we na vier jaar zouden willen verhuizen, zouden we ieder jaar minimaal 4 miljoen euro winst moeten maken. Dat is geen reële verwachting.” Voor de nieuwe opstart heeft Dingemans met een deel van de medewerkers een kern­team gevormd om voormalige klanten van Geesinknorba te benaderen. “Die klanten hebben veel begrip getoond”, vindt hij.

Nieuwe koopcontracten
“We moesten met hen nieuwe koopcontracten sluiten, want de oude overeenkomsten hadden ze met het failliete Geesinknorba gesloten. Dat is grotendeels gelukt: 95 procent van de klanten van het voormalige Geesinknorba heeft inmiddels een overeenkomst met ons gesloten.” Dat komt volgens hem omdat Zoeller Group een grote naam in de ‘vuilniswagenwereld’ is. “Bedrijven die in deze wereld actief zijn, kennen de naam. Leveranciers die niet uit deze sector komen, stonden een stuk wantrouwender tegenover ons. Denk maar eens aan een hoveniersbedrijf of een schoonmaakbedrijf. Als zo’n bedrijf een rekening van 500.000 euro heeft openstaan bij Geesinknorba en hiervoor een vordering bij de curator heeft ingediend, staat het niet te springen om voor ons aan de slag te gaan.”

Het opstarten van de productie verliep voorspoedig, vindt hij. Eind februari rolde de eerste vuilniswagen van de spreekwoordelijke band en begin augustus had Haller Benelux honderd vuilniswagens gebouwd. Eind 2024 lag het aantal op tweehonderd vuilniswagens uit de productie en vijftig vuilniswagens van de assemblage-afdeling waarin een vrachtwagenchassis wordt voorzien van een beladingssysteem. Voor dit jaar streeft het bedrijf ernaar om in totaal 350 vuilniswagens te produceren en te assembleren, daarvoor zijn nog wel 25 extra arbeidskrachten nodig. “Inmiddels zorgen we in Emmeloord voor acht tot tien vuilniswagens per week. Hiervan is 70 procent bedoeld voor de export naar Scandinavië, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk”, vertelt Dingemans.

“Deze aantallen hebben we te danken aan ons personeel, de voormalige medewerkers van Geesinknorba. Zij zijn echte vakmensen. Hun instelling is me enorm meegevallen, aangezien de afgelopen zeven jaar – met de overnames van Firion Investments in 2017 en Globitas in 2022 – voor hen een enorm onrustige periode met veel baanonzekerheid is geweest.” Het verschil tussen de bedrijven heeft meegespeeld in de positieve instelling van het personeel, denkt hij. “Firion en Globitas zijn investeringsmaatschappijen, terwijl Haller Benelux en Zoeller Group nooit iets anders hebben gedaan dan vuilniswagens bouwen. Wij weten wat nodig is om een vuilniswagen met een positief resultaat te bouwen.”

Minder diversiteit
Dat laatste was hoognodig, want het 150 jaar oude Geesinknorba schreef al 15 jaar op rij rode cijfers. Als oorzaak hiervoor wijst Dingemans naar de lage verkoopprijs per vuilniswagen, zoals stond vermeld in het faillissementsverslag. “Geesinknorba heeft iedere vuilniswagen 20.000 euro te goedkoop verkocht. Bij 500 gebouwde vuilniswagens zorgt dat voor een negatief resultaat van 10 miljoen euro.” Die te lage verkoopprijs komt volgens hem door het enorme optie arsenaal van Geesinknorba. “Het toevoegen van extra opties aan een vuilniswagen, zoals een gootje of een beugeltje, gebeurt na afloop van de reguliere seriematige werkzaamheden en zorgt voor heel veel extra productie-uren: 600 tot 700 uur in plaats van 300 tot 400 uur. Het is niet mogelijk om die uren in de verkoopprijs te verwerken, want dan prijst een bedrijf zich uit de markt. Het is namelijk de vraag of klanten bereid zijn om voor zo’n optie 20.000 euro meer te betalen. Wel loopt de kostprijs op, en dat creëert verlieslatende producten.”

Daarom heeft Dingemans de diversiteit aan opties teruggebracht en vervolgens een nieuwe verkoopprijs samengesteld. “In het ERP-bestand van Geesinknorba hebben we gekeken uit welke onderdelen een vuilniswagen bestaat, van boutjes en moertjes tot en met het spuitwerk. Daarna hebben we gekeken wat al die onderdelen bij elkaar kosten.” De informatie uit de ERP-lijst van het SAP­-softwaresysteem voor bedrijfsprocessen bleek echter flink tegen te vallen. “De lijst was te complex geworden om er een goede kostprijs­calculatie uit te halen. Daarom zijn we met eenvoudige Excel-documenten terug naar de basis gegaan. Inmiddels zijn we overgestapt naar het ERP-systeem van 4Bizz, dat geeft een eenvoudiger overzicht.”

Verbeteringen
In Emmeloord heeft Haller Benelux ervoor gekozen om zich te richten op de productie, de assemblage en de verbetering van drie vuilniswagenseries, te weten de Medium MF2, de Medium MF4 en de Magnum GPM. “De MF2- en MF4 zijn vuilniswagens met een ‘slide and sweep’-persmechanisme, die we vooral voor de inzameling van huishoudelijk afval in Scandinavie en Spanje maken. De GPM is de voormalige Geesinknorba-vuilniswagen [zie kader pagina 23, red.] met een kraakpersmechanisme dat we vooral in Nederland verkopen voor de inzameling van bedrijfs- en industrieel afval”, legt hij uit. “De Magnum GPM gaan we verbeteren door het zogeheten draaipuntjuk, aan de achterkant van de vuilniswagen, te verhogen. Onder dat juk kan vuil blijven zitten. Als dat niet wordt schoongemaakt, dan gaat het na maximaal vier jaar kapot. Door het juk iets hoger te plaatsen, verwachten we dat er geen vuil meer onder blijft zitten.”

Voor de twee MF-series zijn softwareverbeteringen noodzakelijk. “In de eerste maand na de overname kregen we te horen dat softwareverbeteringen al twee jaar stillagen”, vertelt Dingemans. “We hebben toen direct mensen van onze zusterbedrijven ingehuurd om voor die verbeteringen te zorgen, onder meer op het gebied van cybersecurity en bedieningseenvoud.” Voor MF2- en de MF4- voertuigen heeft Haller Benelux de verbeteringen inmiddels doorgevoerd. Daarnaast geeft hij aan dat artificial intelligence (AI) dit jaar al een grotere rol voor inzamelwagens gaat spelen, onder meer voor service- en onderhoudswerkzaamheden (zie kader rechts). “Met AI willen we ervoor zorgen dat inzamelwagens zo weinig mogelijk ongeplande en zo veel mogelijk geplande stilstand hebben. Als proef rijden al zo’n anderhalf jaar honderd voertuigen in Europa waarin wij dankzij AI kunnen zien hoe snel bepaalde onderdelen slijten en wanneer een voertuig toe is aan een onderhoudsbeurt of reparatiewerkzaamheden.” Aan het eind van het eerste kwartaal van 2025 gaan ook in Nederland de eerste inzamelwagens met AI rijden. De regio is nog niet bekend.

Verder verwacht hij inzamelvoertuigen dit jaar nog te gaan uitrusten met AI-systemen om vervuiling in afvalstoffen te herkennen. “Het gaat om sensoren met AI, die beladers een seintje geven om de leging van bijvoorbeeld een container te stoppen zodra te veel vervuiling gesignaleerd wordt. Het afgelopen jaar hebben we onze AI-systemen SmartScan en DeepScan op de vakbeurs IFAT in München gepresenteerd en daar was veel interesse voor deze systemen.”

Uitbreiding op komst
Naast het opstarten van de productie en de assemblage van vuilniswagens heeft Haller Benelux het afgelopen jaar gebruikt om de mogelijkheden in Emmeloord te onderzoeken. “Door netcongestie viel nieuwbouw al snel af, want Emmeloord heeft voor nieuwe gebouwen pas in 2031 ruimte op het elektriciteitsnet. Daarom hebben we ervoor gekozen om het kantoor en de fabriek via de curator per 6 januari 2025 over te nemen”, vertelt Dingemans. De overname geeft Haller Benelux de mogelijkheid om het pand dit jaar flink op te knappen. “Het gaat vooral om het kantoorgedeelte en de buitenzijde. Zo willen we de verouderde toegang toonbaarder maken. De opknapwerkzaamheden laten we stapsgewijs uitvoeren, want de reguliere werkzaamheden in de fabriek moeten wel blijven doorgaan.” Naast het opknappen heeft hij ideeen om de locatie in Emmeloord uit te breiden. Die uitbreiding is nodig, want Haller Benelux wil dat de productie en assemblage in 2026 doorgroeien tot in totaal vijfhonderd inzamelwagens per jaar en volgens Dingemans loopt de assemblagelijn tegen de maximale capaciteit aan. “Mogelijk gaan we iets doen met het parkeerterrein voor het kantoor.” Later dit jaar maakt Haller Benelux bekend hoe ze de locatie aan de Betonweg wil gaan veranderen. ■

Tim van Dorsten, journalist van vakblad Afval!

 

 

Want to find out more?

Further articles matching the topic

Principes

Icon_Handwerklich

PRECISIE

Geavanceerde productietechnieken, nauwgezette kwaliteitscontroles en een passie voor innovatie maken ons tot een toonaangevende leverancier.

Element-5Icon_Vielseitig

VEELZIJDIGHEID

Mix en match – de Magnum GPM kan gevarieerd worden met diverse geïntegreerde beladingen voor containers van 60 tot 6.000 liter. We hebben producten voor uiteenlopende toepassingen, van Mini, Medium tot Magnum of individueel vervaardigd, plus aandrijflijnen van conventioneel tot toekomstgericht.

FLEXIBILITEIT

Ongevallen, pech, piekdrukte - bij ons is er geen stilstand. U kunt bij ons terecht voor reparaties en onderhoud - met flexibele contract- en looptijdmodellen.

KLANTfocus

Snelle leveringen en gedetailleerde instructies voor uw nieuwe voertuigen, onderhoud en uitgebreide service voor uw voertuigen in dagelijks gebruik: we staan aan uw zijde met onze servicemonteurs in heel Nederland.